Tel. 088 88 55 011

De Brougham van Johnny Wubs en Harry Hooijer

Onze Brougham

Ruim 4 jaren geleden zijn wij- Johnny Wubs en Harry Hooijer- ons gaan interesseren voor het aangespannen rijden. Johnny zijn nu 17 jarige Friese merrie Wynalda kwam beschikbaar voor het mennen aangezien zijn vrouw de overstap maakte naar een ander paard.

Gestart met een marathonwagentje en wat later met een Oostenrijkse jachtwagen, kwam Johnny 2 jaar geleden met de mededeling dat hij een prachtige koets had gezien die hij/we konden kopen. Albert Stroobos te Siddeburen had er jaren mee gereden maar zijn 2 Friese paarden waren niet fit meer en hijzelf was ook niet meer de jongste.

Dus kochten we de koets met de mededeling dat we hem later in tijd kwamen ophalen aangezien we nog een geschikte ruimte in de schuur moesten bouwen. Zogezegd zo gedaan maar helaas overleed in de tussentijd Albert….

Op verzoek van de familie hebben we toen het gehele bestand aan koetsen en tuigen overgenomen en zijn we nu de trotse bezitters van de Brougham, alsmede een Victoria en een arrenslee.

De Brougham is toch wel ons favoriete rijtuig aangezien we die niet veel zien op de tochten waar we aan deelnemen. Het is een nostalgische koets in prima staat die we graag aan het publiek laten zien.

De originele wieldoppen met naam van de bouwers

Poetsen voor de tocht

Achtergrondinformatie van de Brougham van Johnny Wubs en Harry Hooijer

Ook wel de kleine Coupé of Coupé de Ville genoemd.

Bouwjaar ca 1895
Bouwer G.W Ogden &Co
Milwaukee, Wisconsin USA

¾ reiscoupe
Zwart-groen-beige bies
Hemeltje en achterwand met groene zijde bekleed
Kussens en zijwanden zwart leer

Eigenaren; J. Wubs/ H. Hooijer

Ontwikkeling

Op verzoek van Lord Brougham (spreek uit ‘broem’) werd dit type coupé in 1838 door de Londense rijtuigbouwer ‘Robinsond&Cook’ ontworpen.
De Lord wenste een licht tweepersoonsrijtuig dat te trekken was door één paard. Deze wens kwam voort uit het feit dat het verkeer in Londen omstreeks de jaren dertig van de 19e eeuw al zo druk was, dat men met een groot rijtuig, getrokken door twee paarden, bepaald niet uit de voeten kon. De eerste Brougham verscheen in 1838 in de straten van Londen. Het ontwerp was voorzien van de nieuwste ontwikkelingen als een zelfdragende kast en elliptische vering. De kast met in het front een recht raam, was aan de achterzijde extra met een ijzeren plaat versterkt om te voorkomen dat de disselboom van een achteroprijdend rijtuig zich in de kast boorde. Dit soort ongelukken schijnt in die dagen in Londen nogal eens te zijn voorgekomen. In de loop van de jaren onderging de Brougham of in het Frans ‘Coupé de Ville’ de nodige wijzigingen die het gehele uiterlijk beslist ten goede kwamen, zoals de vervanging van het oorspronkelijk rechte raam door een licht gebogen raam. De kast van het rijtuig is van voren naar achteren licht gebogen. Hetzelfde is het geval van boven naar beneden.

Onze eerste tocht in de nieuwe kleding; kastelentocht 11 augustus 2024 te Vorden

“Kleren maken de man (in dit geval koetsier en groom)”

Sinds ruim 2 jaar zijn wij -Johnny Wubs en Harry Hooijer- ons wat serieuzer aan het richten op het rijden middels authentiek gerij. Lid geworden van de club “Rijden en Glijden Noord Nederland” reden we in 2022 de eerste authentieke rit met onze Oostenrijkse jachtwagen in Vlagtwedde.

En vorig jaar voor de eerste keer de “Fraeylema Koetsentocht”, een prachtige ervaring!
We kregen positieve feedback van de jury van het NVTG ( Nederlandse Vereniging Traditioneel Gerij),  maar wel het advies om onze kleding aan te passen aan het dienstrijtuig waarmee we reden, een Brougham uit 1895.
Onze mooie blauwe pakken met grijze hoed en handschoenen met klittenband waren prima hoor, maar niet passend in de stijl van rond 1900.

Het advies van de deskundige jury ter harte nemend gingen we op zoek naar passende kleding. Op hun site staat onderstaande verplichte dienstkleding voor koetsier en groom.

Koetsier en palfreniers/grooms

Voor deze groep is het dragen van dienstkleding verplicht, in het kort volgt hierna een opsomming: lange jas, mouwvest, witte boord, witte of gele broek, zwarte hoge hoed, lederen zwarte laarzen met bruine kappen. De kleur van de jas kan variëren

Met dit lijstje in de hand dachten we deze klus wel even vlot te kunnen klaren maar niets bleek minder waar.

De zwarte hoge hoed, de gele rijbroek, de plastron en de handschoenen zonder klittenband ging nog wel. Na veel zoeken op internet en bellen met deze en gene zijn we terechtgekomen bij Letty’s Peerdewinkeltje en geslaagd.
Voor Johnny was er zelfs nog een passende koetsiersjas in zijn maat. De laatste want de kleermaker was er mee gestopt.

Ik zat dus nog zonder jas en dus maar weer verder op zoek. Via Theo Uil die een begrafenisonderneming heeft en ook lid is van “Rijden&Glijden” de tip gekregen om eens met een kleermaker contact op te nemen die begrafeniskleding maakt. De dragers zijn immers gekleed in soortgelijke kleding als koetsiers en grooms.
Zo gezegd zo gedaan en via Jeroen Peters te Sneek een 2e jas laten maken naar voorbeeld van die van Johnny. Weer een vinkje afstrepen.

De laarzen (de zogenaamde palfrenierslaarzen) zonder rits, want die hadden ze niet in 1900, uiteindelijk naar veel zoekwerk gevonden bij Peter van Huet. Twee ritjes midden-Nederland om op te meten, vervolgens te passen, en voor Johnny nog een keertje heen en terug voor het oprekken, waren we NET OP TIJD KLAAR voor de kastelen rit te Vorden die zondag 11 augustus werd gereden. Een prachtige tocht onder ideale omstandigheden.
18 augustus dan naar de kastelentocht te Doorn en zaterdag 31 augustus onze ‘thuiswedstrijd’ te Fraeylema Slochteren. We verheugen ons erop!

de kleding passen…… en op de foto