Hongaars Kroatische landwagen van Jaap Roorda
Deze Hongaars Kroatische landwagen heeft een spannende historie!
Deze Kroatische landwagen is in Nederland terechtgekomen met een zending hulpgoederen tijdens en na de oorlog op de Balkan.
Jaap heeft de wagen gekocht van iemand uit de Bommelerwaard die deze wagen geërfd heeft van een oudoom.
Jaap is een gedreven liefhebber en vertelt enthousiast: “De wagen stond onder een afdak en was helemaal groen uitgeslagen. Omdat de wagen grotendeels uit acaciahout bestaat was het de moeite waard om deze op te knappen. Bij het schuren vond ik op naaf bij de spaken de juiste gele kleur terug.
Ik ben hier 4 jaar mee bezig geweest. Daarna heb ik de originele kleding gevonden en na laten maken.
Ik vond later op internet een schilderij van een Hongaarse schilder van exact hetzelfde wagentje in de zelfde kleur. Deze hangt ergens in Parijs in een museum.”
Dus: niet alleen een prachtige Hongaars Kroatische landwagen, maar ook vereeuwigd op een schilderij in een museum!
Jaap is een echte liefhebber en heeft veel bijzondere rijtuigen. Zo mochten we in een eerdere tocht ook genieten van de spectaculaire Fourgon de Montagne, een legervoertuig uit Zwitserland.
We hopen dat we met zijn allen nog lang van zijn prachtige collectie mogen genieten tijdens onze koetsentochten!
Hongaars Kroatische landwagen van Jaap Roorda
Achtergrond Kroatische landwagen
Dit type rijtuig is een rijtuig dat veel voorkomt op het platteland en valt onder de boerderij rijtuigen.
Deze regionale rijtuigen werden tot in de twintigste eeuw in de Oost-Europese landen nog veel gebruikt. Ze komen voort uit de Oost-Europese steppen. De nomadische stammen die zich vestigden in de Karpaten, gebruikten al simpele karren als rijtuigen. Ook werden deze gebruikt voor het vervoeren van vrouwen en kinderen. Daarnaast deden ze dienst als vervoer voor oorlogstuig.
Het waren voornamelijk Maggar-nomaden uit Oost-Europa die zich rond het jaar 896 op de vlakten van Hongarije vestigden.
De ontwikkeling van de rijtuigen is altijd gekoppeld geweest aan de omstandigheden van de landschappelijke terreinen in deze regio’s.
In de elfde eeuw waren de Hongaarse steppen vormgevend voor de ontwikkeling van dit soort rijtuigen. De zware ladingen werden vervoerd door lompe karren “Skezer” genaamd en werden getrokken door ossen. De lichtere paardenkoetsen waren bedoeld voor kleinere ladingen en voor personenvervoer. In eerste instantie ontwikkeld voor in de steden en vervolgens verspreid over het platteland.
Elk regio van de Karpaten gaf een eigen naam aan de verschillende paardenrijtuigen. Veel komt de naam van “Kosei” of “Keds” voor. Deze verwijzen naar de stad Koe in Hongarije waar vele rijtuigen werden gemaakt. De zitbanken voor de koetsier en passagiers werden veelal opgehangen middels leren riemen, dit om de schokken enigszins op te vangen. Later werden de leren riemen vervangen door metalen blad ophangingen. Daarnaast werden bij de luxere uitvoeringen bladveren op de assen geplaatst.
Rond 1490 verschenen er in Hongarije rijtuigen met deze ophanging genaamd “Hinto Seeker”. De Hongaarse schilder “Istan BeYerszky” (1898-1969) heeft meerdere van deze verschillende rijtuigen op doek vastgelegd. Velen zijn ondergebracht in Europese musea.
Deze rijtuigen vormen een onderdeel van de cultuur in Hongarije en andere Oost-Europese landen, zoals Polen, Roemenië, Kroatië, Servië e.d.
Omdat de gele wagen van Jaap Roorda uit Kroatië komt, noemt men deze een “Kroatische landwagen”.
BRON: De tekst van het achtergrondartikel is een uittreksel van het artikel dat geschreven is door kunsthistoricus en kunstschilder Rebecca Morris uit New York.
Recente reacties